Arsenaal 1824 is gevestigd in het Vlaams Arsenaal, gelegen in het hart van Nijmegen. Dit indrukwekkende gebouw werd tussen 1820 en 1824 op de fundamenten van een oud klooster gebouwd en kreeg in 1973 de status van rijksmonument. Oorspronkelijk diende het als wapenarsenaal, maar sinds het begin van de 19e eeuw heeft het gebouw verschillende functies vervuld.
Rond 1426 werd het klooster Mons Mariae (Mariaberg), later verbasterd tot Mariënburg, gesticht. De naam verwijst naar de heilige Maria en is verder afkomstig van het feit dat het klooster op een van de heuvels van Nijmegen was gebouwd. In 1591, tijdens de Tachtigjarige Oorlog,werd Nijmegen ingenomen door prins Maurits van Nassau. Na de inname werd het katholieke geloof verboden, en het klooster kreeg een militaire functie als kazerne en militair ziekenhuis.
Afwisselend met de militaire activiteiten kende het complex door de eeuwen heen ook perioden van nijverheid en cultuur. Verschillende ambachtslieden, zoals klokkengieters en lakenkopers, hebben in het kloostergebouw hun vak uitgeoefend. De bijbehorende kapel diende in die tijd onder andere als schilderatelier, theater en stedelijke muziekhal, waarmee het een veelzijdige rol vervulde in het culturele leven van de stad.
In 1815 werd het Koninkrijk der Nederlanden opgericht. Het Rijk kocht in 1820 de grond rondom de Mariënburgkapel en liet de kloostergebouwen slopen, waarna het terrein opnieuw werd bestemd als kazerneterrein. Op de fundamenten van het voormalige klooster werd in 1824 het L-vormige Arsenaal gebouwd, dat aansloot op de zuidzijde van de kapel. De kapel werd destijds gebruikt als katoen- en garenspinnerij, maar later werd ze opnieuw ingezet als opslagruimte voor militair materieel.
In 1905 vertrokken de laatste militairen uit de gebouwen op de Mariënburg naar de nieuwe kazernes aan de Groesbeekseweg en Gelderselaan. Verschillende gebouwen werden gesloopt, en in 1908 rees de vraag wat er met het Arsenaal en de sterk vervallen Mariënburgkapel moest gebeuren. Uiteindelijk besloot de stad de kapel te restaureren en alle later toegevoegde aanbouwen te verwijderen. De korte vleugel van het Arsenaal werd afgebroken. Het overgebleven deel van het Arsenaal werd op 10 maart 1908 eigendom van de gemeente en werd ingericht als stadswerkplaats.
In 1938 verhuisde de stadswerkplaats, het plan was geboren om het Arsenaal om te vormen tot de nieuwe locatie voor het gemeentearchief. De Tweede Wereldoorlog verhinderde dit echter, en na de oorlog keerde de werkplaats terug naar het Arsenaal. In 1975 werd uiteindelijk besloten om het gemeentearchief, dat sinds 1941 in de Mariënburgkapel was gevestigd, toch naar het Arsenaal te verhuizen. Na een grondige verbouwing werd het archief in 1978 in het Arsenaal ondergebracht.
Eind jaren negentig werd het Arsenaal opgenomen in de nieuwbouwplannen rond de Mariënburg. Tussen 1998 en 2000 onderging de hele omgeving een ingrijpende verbouwing. Zo verdwenen onder andere het naastgelegen politiebureau en het pand van de Dienst Sociale Zaken, en werden de Mariken- en Moenenstraat aangelegd. Rond de Mariënburgkapel verrezen Arthouse LUX en de nieuwe bibliotheek. In 2001 verhuisde het gemeentearchief vanuit het Arsenaal naar de naastgelegen nieuwe bibliotheek.
In 1999 vroeg de gemeente Nijmegen verschillende partijen via een prijsvraag om voorstellen te doen voor een commerciële en culturele bestemming van het Arsenaal. De gemeente koos voor het plan ‘Vlaams Kwartier’, ontwikkeld door architect Paul van Hontem en de stichting Vlaams Cultureel Kwartier. Volgens dit plan werd aan weerszijden van de nieuwe poort, die de verbinding vormt tussen de Mariken- en Moenenstraat, het horecabedrijf ‘Vlaams Arsenaal’ gerealiseerd. De culturele instellingen werden op de eerste en tweede verdieping van het gebouw ondergebracht. Op 23 mei 2006 werd het vernieuwde rijksmonument feestelijk geopend.
Oorspronkelijk lag de nadruk in het Vlaams Arsenaal op bourgondisch genieten, met veel Belgische specialiteiten op de menukaart. Echter na 11 succesvolle jaren ging het bedrijf in het voorjaar van 2017 over in andere handen. De nieuwe eigenaar van zowel het horecabedrijf als het rijksmonument besloot het Arsenaal verder te vernieuwen. Als eerste stap veranderde hij de naam in ‘Arsenaal 1824’. De keuken is sindsdien niet langer specifiek Belgisch, maar Frans, Mediterraan en Oosterse georiënteerd.